Wintervertelling

Vlerken

Ze waren er allebei het eerst. Ze waren allebei verbaasd dat de andere er ineens ook zat. Allebei schoten ze omhoog en zwiepten ze direct weer naar beneden, om vanaf het laagste punt opnieuw met een enorme vaart naar boven te gaan, waarna ze nog een keer… en wederom… Alleen leek het erop dat wanneer de ene opwaarts ging, de andere juist omlaag bewoog, zodat ze elkaar alleen in het midden even zagen.

‘Wild, hè?’ zei Robin het roodborstje, die zijn beste moest doen om boven het loeien van de wind uit te komen.

‘Wat je maar leuk vindt,’ antwoordde Mees de merel toen ze elkaar opnieuw passeerden.

Mees wist niet goed hoe hij in deze struik was terechtgekomen, de struik waarin Robin onverwacht was opgedoken. Hij begreep evenmin waarom hij niet gewoon op de grond zat. Dat zat bij deze wind veel rustiger. En toch hield hij zich stevig vast aan zijn tak, in plaats van dat hij een veiligere plek opzocht.

‘Zoveel lol heb ik nog nooit gehad,’ zei Robin.

Mees zuchtte.

‘Ja… ja…’ zei Mees toen hij Robin weer naar beneden zag komen, want hij besefte dat zijn zucht was verwaaid.

‘Kijk!’ weerklonk Robins stem.

‘Daar!’ zei Robin de volgende keer en hij prikte met zijn snavel in de lucht, want hij zag dat Mees geen idee had waarover hij het had.

Zonder na te denken richtte Mees zijn kop naar boven, maar hij voelde direct iets in zijn buik dat erg veel leek op wat hij soms had als hij te veel besjes had gegeten die er wel heerlijk hadden uitgezien maar die toch nog niet helemaal rijp waren.

‘Die vogels…’ zei Robin.

En nu, nu hij op zijn hoogste punt was, zag Mees het ook.

‘… ze dansen.’ Robin klonk over de wind heen.

Kauwtjes. Die hoorden niet in de tuin, vond Mees. Veelvraten. Je zat nooit op hen te wachten en als ze opdoken was het dan ook altijd op het verkeerde moment. Vandalen. Alles maakten ze kapot.

Ja, ze tuimelden om elkaar heen, zag Mees in een flits, het volgende moment dat hij weer boven was.

Ze speelden met de wind.

Vlerken. Dat waren het.

‘Geweldig!’ Robin weer.

‘Ja, ja…’ Mees deed zijn best om zo bedachtzaam mogelijk te klinken, wat nog niet makkelijk was omdat zijn buik steeds raarder deed.

‘Nog spannender dan schommelen.’

‘Je moet met ze meedoen,’ zei Robin.

Mees klemde zich nog iets steviger vast aan zijn tak.

‘Jij bent toch familie van hen?’

Nou ja, dacht Mees, zo dom kon Robin niet zijn. Ja, die kauwbeesten waren ook een soort van zwart, maar dat roodborstje zag toch wel dat ze lang niet zo elegant waren gebouwd als hij zelf was.

‘Ik ga ook dansen!’

‘Niet doen!’ zei Mees nog, maar Robin was al verdwenen. In het niets. Waaruit hij ook vandaan was gekomen. Zie je wel, zo dom is Robin blijkbaar toch, dacht Mees.

En het volgende moment was de struik helemaal leeg.

Dit vind je misschien ook interessant...