Rode boom

Rubriek: Boek in de tuin

De zon staat op zijn hoogste punt en Sint Jan waart door de tuin. Het Sint-janskruid bloeit volop, de Johannisbeere (zoals aalbessen in het Duits heten) zijn rijp en de sint-jansui mag worden geoogst.

Sint Janskruid

De zonnewende is een magisch moment. Rabarberstelen zouden, volgens een volkswijsheid, op slag bitter worden, ook het aspergeseizoen is voorbij en koolmezen laten hun nest in de steek. Niet vreemd dat dit moment, net als het keerpunt in de winter, al in heidense tijden werd gevierd. Niet vreemd dat de christelijke kerk dit moment heeft willen incorporeren in de geloofsbeleving. Werd de winterzonnewende kerstmis, zo werd de zomerse variant Sint-Jansdag. Immers, volgens een wat moeizame interpretatie van Lucas 1, is Johannes de Doper exact zes maanden vóór Jezus geboren, waarom 24 juni aan hem is gewijd. Een nadere onderbouwing van de claim op deze dag vond de kerk in Johannes 3-30, waarin de Doper zegt: ‘Hij moet toenemen, maar ik minder worden.’ Te lezen als een verwijzing naar respectievelijk de lengende en de verkortende dagen.

Sint-jansnacht, van 23 op 24 juni, wordt op veel plaatsen in Europa gevierd, in het bijzonder met grote kampvuren. Dat deze traditie in Nederland niet (meer) bestaat, zal wel samenhangen met de kurkdroge calvinistische geloofsbeleving.  

Des te meer reden om te grijpen naar de hilarische roman Sint-jansnacht. De Duitse schrijver Uwe Timm laat zien hoe in deze periode van korte nachten de kolder in de kop kan slaan. Een journalist krijgt het verzoek om een artikel over aardappelen te schrijven. Hij neemt die opdracht aan, vanwege de laatste woorden van zijn lievelingsoom: “Rode boom”. Omdat deze oom een liefhebber was die bij het proeve van elke aardappel kon zeggen welk ras het was, moet dit wel een aardappelras zijn. In het Berlijn van kort na de Wende hoopt hij bij het verzamelen van documentatie voor het artikel het geheim van de rode boom te achterhalen. Dat leidt hem langs een bont gezelschap aan oplichters en pas wanneer hij hals over kop de stad moet ontvluchten wordt het raadsel van dit ras opgelost.
Kees Bals

Uwe Timm, Sint-jansnacht, Uitgeverij Aristos, 1997 (228 pagina’s)

Dit vind je misschien ook leuk...