Dromerij alleen voldoet

Boek in de tuin

Snowflakes

I counted till they danced so

Their slippers leaped the town –

And then I took a pencil

To note the rebels down –

(…)

Sneeuwvlokken

Ik telde tot hun muiltjes

Dansten over de stad –

Nam toen een potlood en schreef op

Wat elk te muiten had –

(…)

Emily Dickinson afb. van Boekmeter.nl

Bij Emily Dickinson (1830-1886) lijkt de natuur altijd bezield. En een eeuwige inspiratiebron. Ze leefde in het tamelijk streng gereformeerde noord-oosten van Amerika. In het even calvinistische Holland schreven in haar tijd de domineedichters hun brave en vaak stichtelijke versjes (“Toen baden man en vrouw te zaam: / O, God! verheerlijkt zij Uw naam!”). Maar Dickinson zie je voor het raam staan, je ziet de sneeuwbui aanzwellen tot ontelbare rond springende vlokjes. Uiteindelijk laat de dichteres zich zo meeslepen dat haar “statige tenen” zich aan een horlepiep wagen, zoals stiekem ook de woorden uit haar gedicht doen.

De natuur moet ze vooral hebben leren kennen als de fanatiek tuinier die ze in haar jonge jaren was. Ze zorgde ervoor dat haar tuin in vrijwel het hele seizoen bloeide en vol zat met bijen, hommels en vlinders. Al even bloeiend en zoemend zijn veel van haar gedichten. “Wat voor een klaverwoning / Is passend voor de bij? / Wat voor azuren bouwsels / Voor vlinders en voor mij?”

Zie hoe ze een vlinder volgt met haar ogen: “The butterfly upon the Sky / That doesn’t know its Name / And hasn’t any Tax to pay / And hasn’t any Home.” Peter Verstegen vertaalt het als: “De Vlinder ginder in de Lucht / Die eigen Naam niet weet / En geen Belasting betaalt / Noch huiselijk leven heeft.” Dat ‘vlinder ginder’ is een mooie oplossing voor het rijm in de regel, maar klinkt toch wat stroef, net als het ouderwetse ‘noch’ en ‘huiselijk leven’. Nou gebruikte Dickinson woorden die halverwege de negentiende eeuw al archaïsch waren, maar in Verstegens vertaling lijkt het soms toch afbreuk te doen aan haar speelsheid. “Een beetje Sneeuw lag hier en daar / Verspreid als zaaisel in haar Haar” is dan weer vintage Dickinson.

Dickinson, van vooraanstaande afkomst, bleef haar hele leven ongetrouwd, en leefde de laatste twintig jaar als kluizenares, waarschijnlijk vanwege gezondheidsproblemen. 

To make a prairie it takes a clover and one bee,

One clover, and a bee,

And revery.

The revery alone will do,

If bees are few.

Voor het maken van een wei neemt men een klaver en één bij,

Eén klaver, en een bij,

En dromerij.

De dromerij alleen voldoet,

Bij weinig bij.

Toen ze haar huis niet meer verliet, moet ze met haar dromerij de tuin in bloei hebben gezet. Een geruststellend gedachte in de winter, when bees are few

In the name of the Bee – 

And of the Butterfly – 

And of the Breeze – Amen!

Kees Bals

  • Emily Dickinson, Verzamelde gedichten, vertaling en commentaar Peter Verstegen, Van Oorschot (861 pagina’s)
  • Emily Dickinson, Liefde is alles wat er is, een keuze uit de mooiste gedichten, vertaald door Peter Verstegen, Rainbow Essentials (207 pagina’s)

(De vertaling van To make a prairie is van eigen hand. Die vind ik dan toch – tja… – net iets speelser dan die van Verstegen.)

Dit vind je misschien ook leuk...