Tuinbewoners

Heel veel dieren en diertjes bezoeken onze tuinen. Ze vinden er nectar, een schuilplaats, of een vijver waar ze hun eitjes kunnen leggen. Sommigen hebben er hun vaste woonplaats gevonden. Een heel bijzondere bewoner is de vroedmeesterpad. De vroedmeesterpad is een kleine (max. 5 cm grote) pad. Dit beschermde beestje dankt zijn naam aan de manier van ‘broeden’. Het mannetje draagt de eieren na de paring gedurende hun hele ontwikkeling op z’n lichaam, bij zijn achterpoten. Vanaf begin april tot eind zomer kun je ’s avonds de lokroep van de mannetjes horen: een hoge, korte fluittoon.

Ook gespot op de tuin:

Vlinders zien we veel in onze tuinen, maar de muntvlinder (Pyrausta aurata) kun je, omdat hij maar 10 tot 15 millimeter groot is, snel over het hoofd zien. Op de foto zie je de vlinder op munt zitten, een van de waardplanten waarop hij zich thuis voelt. Door lang naar de plant te kijken ontdekte ik ook wat rupsjes die lekker aan het eten waren en andere die zich aan het inkapselen waren om zich te gaan verpoppen.

Tijdens het ophangen van de nestkasten zagen Ewoud, Lara en ik deze kikkers. Warm zonnetje. Wij stonden aan de westkant van de Gladjool. De bruine kikkers dachten in de tuin van dhr. Achfie onbespied te blijven.

De egel heeft een groot territorium en sommige tuinders twijfelden of hij nog wel op ons complex verblijft. Maar gelukkig was er in augustus weer gesmak en ongeduldig geritsel te horen. En daar scharrelde de egel weer door de tuin.

In het voorjaar zijn mannetjes en vrouwtjes salamanders goed van elkaar te onderscheiden. Het mannetje ontwikkelt een rode buik en zijn staart maakt een meer getande indruk. Het vrouwtjes blijft egaal bruin en heeft een iets ronder lijf.