Historische hoveniers
Abstede koestert haar hovenierscultuur.
In haar boeiende voordracht over de opkomst en ondergang van de tuinbouw in Abstede in de afgelopen paar honderd jaar heeft architectuur-historica Bettina van Santen een overzicht gegeven van het verstedelijkingsproces dat geleidelijk aan sinds de middeleeuwen rondom de ommuurde stadsbuitengrachten van Utrecht plaats vond. Mevr. Van Santen gaf haar lezing voor leden van onze tuin en andere belangstellenden in de Gladiool met lichtbeelden.
De delta van de Oude- en de Kromme Rijn, de Vecht, de Biltse Grift, de Minstroom en vele andere zijtakken vormde de oorsprong van de vruchtbare tuinbouwgrond. De groente- en fruitproducten werden in de stad afgezet en verkocht. Later ook middels de groenteveiling aan het Paardenveld. Aanvankelijk stonden er in de buitengebieden hier en daar wat boerderijtjes en hovenierswoningen in een landelijk gebied zonder verharde wegen. Een paar zijn bewaard gebleven en thans beschermd. Abstede betekent: van de stad weg.
Met name in de 19e eeuw werden veel kleine arbeiderswoningen straatje voor straatje bijgebouwd, toen nog zonder keuken en douchegelegenheid. En vervolgens scholen, kerken, een ziekenhuis, een badhuis, een wasserij, een leerlooierij, winkeltjes, etc.
De doodsklap voor de tuinbouw in Abstede viel in de 50 ger jaren van de vorige eeuw toen de Gemeente een verkeersplan van een Duitse verkeersdeskundige goedkeurde. Dat voorzag in de aansluiting van auto-ringwegen om de stad heen die via invalswegen de binnenstad bereikbaar zouden maken o.a. middels de geplande Oostelijke invalsweg. De stadsbuitengrachten zouden daarbij volledig gedempt worden en een soort betonnen binnen-ring gaan vormen. Die invalsweg betekende een soort mini klaverblad zoals het verkeersknooppunt Oude Rijn die de wijk Abstede zou wegvagen. In de zeventiger jaren is hier uiteindelijk definitief vanaf gezien. Maar toen was de laatste kwekerij van de fa. Emmelot al weggekocht en vertrokken. Wat overbleef waren een paar kleine gebieden. Een paar hiervan worden sinds 1982 door onze tuindersvereniging beheerd. En ook leven bekende familienamen voort als: Agterberg, Jongerius, Kersten, Koot en vele andere Abstederdijkers die allemaal de revue zijn gepasseerd in de lezing.
De opmerkelijkste conclusie: Het is deels toeval dat nog wat restanten van de tuinbouw in Abstede de dans zijn ontsprongen en we het oude ambacht nog kunnen laten zien als een soort openluchtmuseum van de tuinbouwcultuur met bijbehorende bebouwing.
27-06-2017