Natuurvriendelijke Tuin

Natuurlijk tuinieren betekent zodanig tuinieren dat de natuur zich optimaal in de tuin kan ontwikkelen. Het gaat niet alleen om de productie van groente en fruit, maar ook om ruimte voor natuurlijke processen. Dat betekent niet dat je alle wilde planten maar laat woekeren, want het is niet de bedoeling dat bijvoorbeeld zevenblad of kweek je tuin overneemt. Het is het zoeken naar een evenwicht tussen de planten- en dierenwereld. Want de een kan niet zonder de ander. 

Om gezonde planten te telen heb je dieren nodig. Een duidelijk voorbeeld hoorde ik op de radio bij Vroege Vogels in een verhaal over de kievitsbloem. Dit bolgewasje bloeit vroeg en wordt bestuift door een hommelkoningin. Bestoven kievitsbloemen vormen niet alleen zaad, uit onderzoek blijkt bovendien dat ze gezonder zijn dan de niet bestoven bloemen. Ze zijn minder vatbaar voor de bodemschimmel Pythium, een schimmel waar het bolgewas uiteindelijk aan dood gaat. Een ander voorbeeld zijn de afrikaantjes die veel van ons tussen de groenten hebben staan om bodemaaltjes tegen te gaan. In een ecosysteem hangt alles met alles samen.

De organismen die in een gezonde tuin voorkomen en nodig zijn, zijn in drie verschillende groepen te verdelen.

  • De dieren boven de grond: vogels, egels, padden, hommels, bijen, lieveheersbeestjes en tal van andere insecten.
  • En dan de dieren in de grond, de zogenoemde bodemdieren, zoals: de regenworm, naaktslak, huisjesslak, spinachtigen, pissebed, miljoenenpoot, duizendpoot, kever, mier en de mol.
  • En als derde: de bacteriën, misschien wel de belangrijkste vorm van bodemleven. Deze micro-organismen hebben een ingenieuze samenleving en uitwisseling met planten. Zij zorgen ervoor dat je grond goed vocht en voedingstoffen vasthoudt en die beschikbaar maakt voor de planten.

Alle organismen in de tuin hebben een bepaald nut en zorgen voor een natuurlijk evenwicht. En ja (zucht), dat geldt zélfs voor slakken.

Wanneer je meer van het bodemleven wilt weten staan er op de site al wat stukjes. [links] Of kijk op internet naar bodemleven video’s. B.v. Marc Siepman ‘Alle kleine beestjes helpen’: https://marcsiepman.nl/aanbod/lezing-kleine-beestjes/

In het natuurlijk tuinieren zijn [1] plantenkeuze, [2] tuininrichting en [3] onderhoud er op gericht om zoveel mogelijk dieren en planten een plekje te geven om te leven, te schuilen, te nestelen, te foerageren en te overwinteren. 

[1] Planten

De aanplant van inheemse planten is geschikter dan van uitheemse, omdat onze insecten daar makkelijker mee samenleven. Inheemse planten hebben meestel ‘enkele’ bloemen waar ze voeding van kunnen krijgen. Probeer in alle seizoen bloeiende planten te hebben. Daar hebben insecten baat bij. Kijk daarvoor bijvoorbeeld op www.drachtplanten.nl.

[2] Inrichting

a verharding

Kijk of je tuin veel of weinig verharding heeft. Misschien heb je genoeg aan enkel stapstenen? Een graspad geeft ook ruimte voor klaver, madeliefjes enz., allerlei insecten, en tja… ook voor slakken.

b beplanting

Hoe groot is het gedeelte van de tuin dat begroeit is? Is er veel kale grond? Natuur kent bij grote uitzondering kale gronden. Alle wilde planten in je tuin hebben op een of andere manier een functie.

c water

Is er water aanwezig in de vorm van vijvertje? Voor kikkers, padden, libellen is dat belangrijk. Door de nabijheid van de Minstroom zijn dit dieren die zich in principe makkelijk over onze tuinen kunnen verspreiden. Vijvertjes vormen daarbij hun ‘stapstenen’. Vogels, insecten en egels zijn je dankbaar voor een drinkbak.

d compost

Zoals gezegd zijn bacteriën in de bodem noodzakelijk voor de tuin. Compost zorgt voor een rijk bodemleven. Vercomposteer je de planten die je wiedt en het restmateriaal van je groente, dan maak je daarmee als het ware het ‘zwarte goud’ voor de bodem. Als je het groenmateriaal uit je tuin zou afvoeren, dan verarm je langzaam de grond. Organische mest kun je toevoegen aan je composthoop of direct aan de grond (wel onderwerken). Je kunt nooit te veel compost hebben. [link]

e onnatuurlijk materiaal (steen buiten beschouwing gelaten)

Vanzelfsprekend is het een sport om zo veel mogelijk natuurlijk materiaal te gebruiken in je tuin. Natuurlijk materiaal wordt uiteindelijk weer in de kringloop opgenomen. Op het moment dat bijvoorbeeld hout langzaam vergaat, geeft dat ruimte aan allerlei beestjes (pissebedden bijvoorbeeld) die zich eraan tegoed doen. Uiteindelijk is de composthoop blij met vermolmd hout.

Laat je bodem nooit onbedekt, ook niet in de winter, dek het af met stro, bladafval of planten die je hebt gewied, in plaats van met plastic. Een tuinafscheiding kun je maken met een haag, een takkenril, hout, een stapelmuurtje, gevlochten takken. Als je een (houten) gereedschapskist hebt, zet die dan op poten. Er is helaas nog geen goed natuurlijk alternatief voor plastic als middel om de mesthoop af te dekken. Een kliko heb je in principe alleen nodig voor het afvoeren van de wortelstronken van je koolplanten (knolvoet) en eventueel aardappelafval. Dat laatste kun je, om de verspreiding van Phytophtora te voorkomen, nog beter bij het restafval doen.

f diervriendelijke elementen

Maak van je tuin een thuis voor dieren.

  • Een hoopje stenen vormt een schuilplek voor alles wat over de grond scharrelt.
  • Nestkasten geven broedgelegenheid voor vogels.
  • Een egelhuis zet je in elkaar met een paar planken. Of je bouwt een ‘wigwam’ met twijgen.
  • In een takkenril kunnen allerlei dieren zich verschuilen, maar vooral geleedpotigen.
  • Stengelbundels geven nestgelegenheid voor wilde bijen. Dat geldt ook voor dood hout waarin je gaatjes boort.
  • In een composthoop leven enorm veel dieren om alles te laten composteren, maar ook: kikkers, padden, muizen, hagedissen en zelfs ringslangen.
  • En maak vooral ‘vergeten’ hoekjes met een hoopje takjes, brandnetels, andere wilde planten en andere rommel waar dieren kunnen rusten.

g afscheiding van de tuin

Zorg voor gaten in de afscheiding zodat egels zich van tuin tot tuin kunnen verplaatsen.

[3] Onderhoud

In de keurig aangeharkte, onkruidloze zwarte-aarde-tuin kun je een hoge productie draaien. Maar als er daardoor geen dieren kunnen nestelen of foerageren of spontane plantjes kunnen opkomen, dan is het een arme tuin. Zoek je naar natuurlijk evenwicht dan krijg je uiteindelijk een rijkere grond en natuurlijke vijanden tegen ‘plaagdieren’.

  • Laat ruimte voor spontaan opgekomen planten. [link naar signaalplanten]
  • Laat op sommige plekken bladafval, gesnoeide twijgen e.d. liggen.
  • Laat ruimte voor verwilderde begroeiing waar dieren kunnen schuilen.

Hoe oogt de grond: arm, hard, veel of weinig humus? Voeding aan de grond geven bestaat niet alleen uit toevoer van mest, maar ook uit compost van eigen tuinafval. Wat er uit gaat moet er ook weer in. De grond heeft ook mineralen nodig om planten te kunnen laten groeien.

Dit vind je misschien ook leuk...