Uitzicht op twee boomtoppen

Boek in de tuin

Taro, de hoofdpersoon in de prachtige, meanderende roman ‘Lentetuin’ van Tomoka Shibasaki, laat ons de lentetuin – de eigenlijke tuin – niet of amper zien. Vanaf zijn appartement ziet hij slechts de twee bomen die uitsteken boven de muur rond het hemelsblauwe buurhuis en wanneer hij eindelijk over die muur heen klimt, is het nacht.

Lentetuin is natuurlijke een rare naam. Elke tuin is het hele jaar door tuin. Bomen bijvoorbeeld bloeien misschien in het voorjaar, maar in de zomer dragen ze bladeren, in het najaar verkleuren die en in de winter dragen de takken de sneeuw, of tekenen die takken scherp af tegen een vriesblauwe lucht.

Taro woont sinds zijn scheiding, zo’n drie jaar geleden, in de flat View Palace Saeki III in een Tokiose wijk gebouwd rond de Olympische Spelen van 1964. Hij maakt voettochten door zijn buurt waarbij hij in het bijzonder aandacht heeft voor de sporen van een verloren wereld, zoals bijvoorbeeld van de riviertjes die er oorspronkelijk stroomden en die nu onder de grond moeten liggen. Zijn collega’s en klanten – Taro heeft een vage commerciële functie – lijken de enige personen te zijn die hij spreekt, tot hij in contact komt met zijn bovenbuurvrouw Nishi. Deze mangatekenares blijkt gefascineerd te zijn door dat hemelsblauwe huis. Dat is ze al sinds haar studietijd, toen ze het fotoboek ‘Lentetuin’ leerde kennen. Dat boek is gemaakt door de eerste bewoners, een succesvolle regisseur van commercials en een B-actrice. Dit stel figureert op de foto’s die ze van elkaar maakten in het huis en de tuin. Vanwege die fascinatie blijkt Nishi gekozen te hebben voor haar appartement met uitzicht op het huis. Waar zij vooral geïnteresseerd is in het huis, en in het bijzonder in de groen-gele badkamer, trekt Taro’s oog naar de foto’s van de tuin en in het bijzonder naar een foto waarop de regisseur een gat graaft. Zijn bovenbuurvrouw leert hem te zien dat hun buurt na vijftig jaar zichzelf transformeert: huizen worden afgebroken, nieuwe woningen gebouwd.

Het boek begint en eindigt in de lente. Als Taro in die tweede lente over de muur heen klimt, dan wordt langzaam duidelijk…

Maar… nee… Het is verleidelijk om de lentetuin te interpreteren. Zowel het fotoboek, de eigenlijke tuin, als de roman. Maar het is nog verleidelijker om die roman weer op de eerste pagina open te slaan en opnieuw op pad te gaan met Taro door zijn buurt, door zijn dromen en herinneringen en langs die enkele personen met wie hij iets daarvan kan delen.

Kees Bals 

Tomoka Shibasaki, Lentetuin, Zirimiri Press (128 pagina’s)

Dit vind je misschien ook interessant...