Tuinieren in de nazomer

Waren we de afgelopen maand vooral druk met oogsten en water geven. Nu – eind augustus en in september – kunnen we veel verschillende klussen doen op onze tuin. Er kan volop gezaaid worden, en er kan al gelonkt worden naar een mooie tuin voor volgend jaar door zelf planten te gaan stekken, het aardbeienbed voor 2021 in orde te maken en na te denken hoe je deze winter je bodem bedekt wilt houden; met groenbemesters, knoflook, uien, stro…

Veel gewassen die we nu kunnen zaaien hebben een korte teeltduur en kunnen we voor de winter al oogsten en anders helpen ze ons door een deel van de winter heen.

Zaaien

Andijvie

Kiemt bij 12-20 graden in 7 – 10 dagen tijd. Zaai ze 2,5 tot 5 cm uit elkaar en dun de opgekomen plantjes uit tot 15 – 25 cm. Als de plantjes iets groter zijn, plant je ze uit op 30 – 35 cm. In 60 – 90 dagen tijd zijn de kroppen oogstbaar. Ze willen lekker veel compost.

Sla

Kiemt bij 4 – 16 graden in 6 – 12 dagen tijd. Sla is een ‘lichtkiemer’, dus zaai oppervlakkig met 0-0,5 cm bedekking. Pluksla kan in een regeltje gezaaid worden met een paar zaadjes per centimeter. Voor kropsla moeten de plantjes op 25 – 30 cm afstand gezet worden. Zaai of plant op grond die je compost hebt gegeven.

Wat kun je nog meer zaaien: 

Koolbed: Rucola, Koolrabi, Radijs, Tuinkers, Bladmosterd, Raapsteel, Tatsoi, Rammenas, Winterkers.

Bladbed: Spinazie, Veldsla, Warmoes, Snijbiet, Kervel, Peterselie, Winterpostelein en Zomerpostelein, Lepelblad.

Knolbed: Stengelui, Ui, Bieslook, Meiraap, Wortelpeterselie, Knoflook.

Werken aan de oogst van 2021 en de grond bedekt houden

Aardbei

Je hebt verschillende soorten aardbeien. Enkeldragende, doordragende en bosaardbeien. De enkeldragende soorten geven in het voorjaar 3 – 4 weken lang aardbeien en voor deze soorten is het belangrijk dat ze in het najaar al de kracht in hun plant opslaan om in het volgende jaar veel vrucht te kunnen dragen. Teel je deze aardbeien dan kun je tussen augustus en oktober je aardbeibed op orde maken. Dit geld niet voor de doordragende en bosaardbeien. Die kan je op andere tijdstippen planten.

Neem de enkeldragende planten die er gezond uitzien en een mooi licht gekleurd wortelgestel hebben; dit zijn de goede planten voor je aardbeibed. De moederplant gaat maar een of twee jaar mee en degene met een donker gekleurde wortelgestel gaat in het volgende jaar nauwelijks vrucht meer geven; deze planten kunnen op de composthoop. Kijk voor nieuw plantgoed ook naar de uitlopers van de moederplanten. Maak ze los en plant ze; altijd met het groeipunt ofwel kroontje net boven de grond.

Geef de grond verteerde mest, compost en gevallen blad (kun je later als mulch toevoegen) Zet de planten 35 – 40 cm uit elkaar. De planten hebben veel kalium (of ook wel Potassium genoemd) nodig. Je kunt dit als meststof toedienen maar ook door de planten te begieten met smeerwortelgier. Je kunt ze bovenop ruggen planten maar dat is niet noodzakelijk. 

Herfstui en knoflook

De mooiste knoflook en uien krijg je uit herfstteelt. Wanneer je ze ook plant in juni, vroege zomer, is hun groeiseizoen voorbij en verlept het blad. Wanneer je eind augustus tot november de tenen of plantuitjes poot zijn ze al voor de winter wat gegroeid en maken ze in het vroege voorjaar een snelle groeispurt waardoor ze langer de tijd hebben om voedsel naar hun knol te brengen. Beide teelten willen veel compost. Plant de uitjes 2,5 tot 5 cm diep en knoflook tenen wel 5 à 6 cm diep, zodat ze niet teveel last hebben van een koude winter. Gebruik zeker tenen van knoflook van Nederlandse teelt; die zijn geschikt voor ons klimaat.

Groenbemesters

Als je grond kaal ligt, zullen de voedingsstoffen in je bodem uitspoelen. Om te voorkomen dat dit in de winter gebeurt, kun je groenbemesters zaaien zoals gele mosterd, Japanse haver en winterrogge. Bijkomend voordeel is dat ze ook voeding in de grond brengen. Winterrogge en de Japanse haver zijn het makkelijkst toepasbaar. Bij de andere is het beter ze te laten aansluiten bij vruchtwisseling om het bodemleven niet van streek te maken. Lees er dan eerst meer over. 

Zelf planten stekken

Veel planten kun je heel makkelijk zelf stekken. Denk aan: rozemarijn, tijm, verveine, lavendel. Maar er zijn er nog veel meer mogelijk.

  1. Vul een bakje of potje met een grond. Het beste is om twee delen potgrond te nemen wat je mengt met een deel zand eventueel met wat fijn grint er door. Afwatering is belangrijk. (Gebruik uit milieu overwegingen geen grond waar turf in zit)
  2. Knip of pluk (dan krijg je meestal een zgn. hieltje mee -stukje houtig velletje) een ongeveer 6 – 9 cm licht verhout takje af. 
  3. Verwijder de onderste bladeren en knip bij groot blad de helft eraf. Zo voorkom je teveel verdamping. 
  4. Steek de stekken flink ver de grond in zodat er een groot gebied is waar ze kunnen wortelen.
  5. Geef regelmatig iets water, het mag niet uitdrogen en niet te nat zijn.
  6. Dek het bakje of de pot af. Zorg dat de stek wel licht krijgt, maar zo min mogelijk verdampt.
  7. Na een aantal weken zijn er wortels gevormd, nu kunnen ze eventueel overgepot worden om ze in het voorjaar uit te planten.

Nog makkelijker zijn bessen als kruisbes, zwarte bes, aalbes en vlier. Wacht nog een paar weken tot het blad gevallen is. Knip met je snoeischaar een één jarige tak van ong. 15 tot 40 cm lang. Steek de stek een flink stuk in de grond mag wel tot twee derde van de steel. Het kan in een pot, maar ook in de volle grond. Geef de stekken wat water. Stek je in potten dan is het nodig geregeld wat water te geven. Houdt de grond niet te nat en niet te droog. Volgend voorjaar kun je ze op hun plek uitplanten.

Dit vind je misschien ook leuk...