Boek in de tuin
Leunen tegen de schaduwen van bomen
De Tsjechische schrijver Bohumil Hrabal leidt ons via een wonderlijke tocht door Praag naar een besloten tuin. Wie is de deviant?
“Er helden symfonische takken over de door de maan beschenen muur van het gekkenhuis.”
Zie het spel tussen glinsterende en donkergroene beukenbladeren. De takken hangen niet over de muur. Ze hellen. Alsof ze grijpen naar de vrijheid daarbuiten. Want natuurlijk is een gekkenhuis omgeven door een muur. En natuurlijk schijnt daar ’s avonds de maan op.
Het is de eerste zin van het laatste hoofdstuk uit Bohumil Hrabals ‘Bambini di Praga’. Wat een van de eerste romans is van deze grootste aller Praagse absurdisten: geschreven in 1947, pas uitgegeven in 1964 (in het buitenland) en pas nu vertaald in het Nederlands.
Hrabal (1914-1997) was geen tuinman, noch tuinliefhebber. De binnenplaatsen waaraan zijn literaire alter ego’s wonen zijn kaal. Je gooit er je afval neer of gebruikt de ruimte om hout te kloven. De mogelijk enkele grassprieten die stonden in de hof van de brouwerij waar zijn ik-personages opgroeiden, zag hij over het hoofd.
‘Bambini di Praga’ – beeldjes van het kind Jezus, gemaakt voor de Italiaanse markt – vertelt over vier vertegenwoordigers die pensioenverzekeringen verkopen aan kleine zelfstandigen. Ze draaien hen een poot uit in ruil voor gebakken lucht. De roman kan zich meten met ‘Lijmen’ van Willem Elsschot waarin de heren Laarmans en Boorman kleine ondernemers het Wereldtijdschrift aansmeren. De heren van Hrabal maken een uiterst vrolijke tocht door Praag, die te lezen is als een spoedcursus verkooptechniek. Hun reis eindigt zeer toepasselijk in de tuin van dat gekkenhuis.
Die tuin lijkt slechts decor, maar Hrabal betoont zich een meester van de beschrijving. “Druppels flonkerden” op de koolbladeren in de moestuin. Het glazen dak van de langwerpige broeikas “glansde als een enorm scheermes”. De heren trekken er enkele flessen wijn open, en ja, dan staat één van hen “tegen de schaduwen in het park geleund”. Zo botst deze bijna idyllische, besloten tuin op die vrije wereld daarbuiten en lijkt Hrabal ons de vraag voor de voeten te werpen wie er nu werkelijk gek is en waar je beter kunt verblijven. En aan welke kant van de muur sta jij?
De huismeester van dit gekkenhuis – de gastheer van de pensioenverkopers – vertelt hoe die middag twee bewoners bladeren bij elkaar hebben geveegd. “’t Schijnt dat gezonde mensen ’t van dit soort werk op hun zenuwen krijgen, maar dat ’t devianten kalmeert.”