Tom over de beginjaren
Strijd om grond
Het ontstaan van onze tuinvereniging begin jaren tachtig ging niet zonder slag of stoot, zo herinnert Tom van Impelen zich, die er indertijd bij betrokken was. De gemeente wilde in de jaren zestig nog een enorme weg door het gebied leggen en in de Zonstraat zaten anarchistische krakers met pony’s die hun stukje land met hand en tand verdedigden.
Tom woont aan de Abstederdijk sinds 1978. “Toen stonden er nog vervallen kassen op het tuingebied tot vlak voor mijn huis. Daarnaast had Jongerius nog een stuk ‘koude grond’ in gebruik waar ze vooral kapucijners teelden. Op de Minkade zat kwekerij de Minstroom.”
Sinds de mislukte plannen voor een oostelijke invalsweg in de jaren zestig tikten de jaren door in besluiteloosheid. In de jaren zeventig ontwikkelde de gemeente plannen voor nieuwbouw, maar de werkgroep ‘Herstel leefbaarheid oude stadswijken’ verzette zich met succes tegen afbraak van Abstede. Ook het huidige terrein wisten de werkgroep en buurtbewoners open te houden met de vondst van de toen zeldzame Japanse duizendknoop, die inmiddels een plaag vormt. “Tot die tijd werd er dus totaal niet geïnvesteerd in de buurt”, vertelt Tom. “Mensen trokken massaal weg en alles verloederde. De stadsvernieuwing bracht begin jaren tachtig eindelijk nieuwe woningen en er kwamen plannen voor binnengebieden, zoals de Minhof en de Piet-Heinhof. Voor de toegankelijke terreinen tussen Zonstraat en Abstederdijk en het Stroesterrein werd een vereniging opgericht: Tuindersvereniging Abstede.”
Klappen
Tom: “Ik werd penningmeester van het eerste bestuur van TV Abstede in 1983. Ik deed al wel aan tuinieren. Ik had namelijk een stuk land bij de waterzuivering samen met mijn vader, maar besturen was nieuw voor mij. De sfeer was anders dan tegenwoordig; we hadden heftige vergaderingen. De AVVN kreeg de grond in beheer van de gemeente en de tuinen werden verdeeld onder de geïnteresseerden. Dat was niet makkelijk. Sommige krakers aan de Zonstraatkant wilden eerst een tuin en pas daarna lid worden. Wij vonden dat het andersom moest en dat de ledenvergadering het laatste woord had. Dat meningsverschil liep zo uit de hand, dat er zelfs enkele klappen vielen.”
Het pad langs de Minstroom en de heg werden in die tijd ook aangelegd. Aanvankelijk stonden er kleine lage poortjes. “Daar stapten mensen zo overheen. Er werd dan ook regelmatig groenten gestolen. Je zag mensen weglopen met kropjes sla en pompoenen onder de arm. Men had het in de buurt ook niet zo breed natuurlijk.”
Zelf verbouwde Tom vooral fruit. Hoogstamboompjes kocht hij via een actie waarbij de hoogstamboom werd gepromoot bij boerderijen. De bomen in zijn tuin zijn inmiddels uitgegroeid tot reuzen.
Ook tot de oude garde behoren: familie van Loo, familie Leeman, familie Kop, mijnheer Achfie, Greet, Robert, Britt, Angeles en Jos. “Die waren er vanaf het begin bij en sommigen hebben ook nog gekraakt”. In de tijd dat de tuinen verdeeld werden was er trouwens maar weinig animo voor. Dat is tegenwoordig wel anders: op de wachtlijst staan zo’n honderdtwintig mensen. Er kwam vorig jaar slechts één tuin vrij en in coronatijd alleen al hebben zich meer dan twintig mensen aangemeld. Hopelijk maakt dit de gemeente duidelijk dat dit stukje bevochten groen gekoesterd moet worden. Het bestuur werkt intussen met wat buurtgenoten aan een visie voor het tuingebied, zodat we ons goed op de kaart kunnen zetten en kunnen beschermen tegen eventuele plannen van projectonwikkelaars. Tom heeft er vertrouwen in: “Ik denk dat dit gebied behouden blijft, het heeft heel veel waarde voor de stad.”
Lara van den Bosch
Meer lezen over de geschiedenis van de grond? De historie van het gebied. De groentetuin van Utrecht.